Het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma gebruiken

Het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma gebruiken voor het beheer van draadloze verbindingen
Het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma starten
Het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma starten vanaf de taakbalk

• Taakbalkpictogrammen
• Tooltips en waarschuwingen

Hoofdvenster van het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma

• Voor het eerst verbinding maken
• Lijst WiFi-netwerken
• Pictogrammen voor verbindingsstatus
• Netwerkeigenschappen
• Verbindingsdetails

Menu's van de Intel® PROSet/Wireless WiFi-software

• Menu Extra
  • Toepassingsinstellingen
  • Intel® Wireless Troubleshooter
  • Handmatige diagnose
  • Hulpprogramma voor beheerders
• Menu Geavanceerd
  • Adapterinstellingen
  • Geavanceerde statistieken
  • Windows gebruiken om WiFi te beheren
• Menu Profielen
  • Profielen beheren
  • Uitsluitingen beheren

Profiel voorzieningen van het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma gebruiken
Draadloze radio uit- of inschakelen
Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma installeren
Extra softwarevoorzieningen installeren
Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma verwijderen

Het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma gebruiken voor het beheer van draadloze verbindingen

Met de Intel® PROSet/Wireless WiFi-software configureert, bewerkt en beheert u netwerkprofielen om verbinding te maken met WiFi-netwerken. U beschikt ook over geavanceerde instellingen zoals energiebeheer en kanaalselectie voor de configuratie van WiFi-netwerken van het type Ad-hoc.

Als u Microsoft* Windows* XP Wireless Zero Configuration gebruikt als het beheerprogramma voor draadloze verbindingen, kunt u het uitschakelen op het tabblad Draadloze netwerken van Microsoft Windows.

Microsoft Windows* XP Wireless Zero Configuration uitschakelen als het beheerprogramma voor draadloze verbindingen:

1. Klik op Start > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding.
4. Klik op Eigenschappen.
5. Klik op Draadloze netwerken.
6. Controleer of het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren niet is ingeschakeld. Als het selectievakje is ingeschakeld, schakelt u het nu uit.
7. Klik op OK. Hiermee bevestigt u dat het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma is geconfigureerd om uw netwerkprofielen te beheren.

Opmerking: Controleer of de optie Waarschuwen als een andere toepassing de WiFi-adapter gebruikt in Toepassingsinstellingen is geselecteerd. Hierdoor wordt u gewaarschuwd wanneer Microsoft Windows* XP Wireless Zero Configuration uw netwerkprofielen begint te beheren.

Het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma starten

Start het WiFi-verbinding hulpprogramma op een van de volgende manieren:

• Klik op Start > Programma's > Intel PROSet Wireless > Hulpprogramma voor WiFi-verbinding.
• Klik met de rechtermuisknop op het taakbalkpictogram in de rechterbenedenhoek van het Windows-bureaublad om het taakbalkmenu te openen. Klik op WiFi configureren.
• Dubbelklik op het taakbalkpictogram.

Ga op een van de volgende manieren te werk om het WiFi-verbinding hulpprogramma te sluiten vanuit het hoofdvenster:

• Selecteer Bestand > Afsluiten in het hoofdvenster.
• Klik op Sluiten.
• Klik op de knop Sluiten (X) in de rechterbovenhoek van het venster.

Hoofdvenster van het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma

In het hoofdvenster van het WiFi-verbinding hulpprogramma kunt u het volgende doen:

• De huidige verbindingsdetails bekijken (signaalkwaliteit, snelheid en naam van huidig netwerk).
• Scannen naar beschikbare WiFi-netwerken.
• Profielen beheren.
• Automatisch verbinding maken met beschikbare netwerken met gebruikmaking van profielen, in de volgorde van de profiellijst.
• Verbinding maken met infrastructuurnetwerken en ad-hocnetwerken.
• Adapterinstellingen configureren.
• Problemen met draadloze verbindingen oplossen.

Verbindingsdetails

Klik in het hoofdvenster op Details om gedetailleerde parameters van het netwerktoegangspunt en de netwerkadapter weer te geven. In het venster Verbindingsdetails wordt informatie over de huidige netwerkverbinding weergegeven. Zie Verbindingsdetails voor een volledige beschrijving.

De verbindingsstatus wordt ook aangegeven met het taakbalkpictogram. Zie Taakbalkpictogrammen.

Pictogrammen voor de verbindingsstatus in het hoofdvenster

De pictogrammen voor de verbindingsstatus geven de status van de huidige verbinding van de WiFi-adapter aan. Deze pictogrammen worden weergegeven in het hoofdvenster van het WiFi-verbinding hulpprogramma. Zie Pictogrammen voor verbindingsstatus.

Profielbeheer

Klik in het hoofdvenster van het WiFi-verbinding hulpprogramma op de knop Verbinden terwijl een WiFi-netwerk is geselecteerd. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt een profiel in de profiellijst gemaakt. In de profiellijst worden de huidige gebruikersprofielen weergegeven in de volgorde waarin ze worden toegepast. Gebruik de pijlen omhoog en omlaag om de volgorde voor de automatische toepassing van de WiFi-profielen te wijzigen.

Vanuit de profiellijst kunt u profielen toevoegen, bewerken en verwijderen. Klik op Profielen in het hoofdvenster van het hulpprogramma WiFi-verbinding.

Voor elk draadloos netwerk kan een profiel worden geconfigureerd. De profielinstellingen zijn de netwerknaam (SSID), de uitvoermodus en de beveiligingsinstellingen. Zie Profielbeheer voor meer informatie.

Menu's

Met de opties in de menu's Bestand, Extra, Geavanceerd, Profielen en Help kunt u de netwerkinstellingen configureren.

Hulpprogramma voor beheerders (menu Extra)

Dit hulpprogramma kan worden gebruikt door beheerders of degene die beheerderrechten heeft op deze computer. De beheerder kan hiermee bepalen hoeveel controle gebruikers van deze computer hebben over de draadloze verbindingen. Bovendien kunnen met dit hulpprogramma gemeenschappelijke (gedeelde) profielen worden geconfigureerd.

Gebruikers kunnen beheerderinstellingen en -profielen niet wijzigen, tenzij zij het wachtwoord voor dit hulpprogramma kennen. Er moet een wachtwoord worden gekozen dat veilig is en niet gemakkelijk kan worden geraden.

U kunt deze instellingen en profielen als één pakket exporteren naar andere computers in uw netwerk. Zie Hulpprogramma voor beheerders voor meer informatie.

Windows gebruiken om WiFi te beheren (menu Geavanceerd)

Microsoft Windows* XP Wireless Zero Configuration is een ingebouwd hulpprogramma voor de configuratie van draadloze apparaten. Deze voorziening kan worden in- en uitgeschakeld vanuit het WiFi-verbinding hulpprogramma. Klik op Windows gebruiken voor het beheer van WiFi in het menu Geavanceerd. Als Windows* XP Wireless Zero Configuration ingeschakeld is, worden de voorzieningen van het WiFi-verbinding hulpprogramma uitgeschakeld. Als u wilt dat het WiFi-verbinding hulpprogramma de WiFi-verbindingen beheert, klikt u op WiFi-besturing inschakelen in het hoofdvenster.

Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma installeren

Standaardinstallatie

De volgende componenten worden met een standaardinstallatie geïnstalleerd.

• Het stuurprogramma voor het WiFi-verbinding hulpprogramma. Desgewenst kunt u alleen het stuurprogramma installeren. Dat is de minimale installatie.
• Het WiFi-verbinding hulpprogramma. Bij een standaardinstallatie zijn hierbij inbegrepen:
  • Wi-Fi Protected Setup*
  • Intel® Wireless Troubleshooter

Opmerking: Als u Novell Client* for Windows wilt gebruiken, moet u deze software installeren voordat u het WiFi-verbinding hulpprogramma installeert. Als het WiFi-verbinding hulpprogramma al is geïnstalleerd, moet u deze software verwijderen voordat u Novell Client for Windows installeert.

Aangepaste installatie

Bij een aangepaste installatie kunnen de volgende voorzieningen worden geïnstalleerd. Van deze voorzieningen worden Wi-Fi Protected Setup* en Intel® Wireless Troubleshooter ook geïnstalleerd met een standaardinstallatie.

• Hulpprogramma voor beheerders
• WMI-ondersteuning
• Eenmalige aanmelding
  • Verbinding vóór aanmelding
• WiFi Protected Setup
• Intel® Wireless Troubleshooter

Hulpprogramma voor beheerders: Maakt het Hulpprogramma voor beheerders beschikbaar via het menu Extra. Met dit hulpprogramma kunnen gemeenschappelijke (gedeelde) profielen worden geconfigureerd. Het Hulpprogramma voor beheerders kan door een IT-afdeling ook worden gebruikt om voorzieningen in het WiFi-verbinding hulpprogramma in of uit te schakelen.

WMI-ondersteuning: Windows Management Instrumentation maakt het voor beheerders die het WiFi-verbinding hulpprogramma niet hebben geïnstalleerd mogelijk om clients waarop het WiFi-verbinding hulpprogramma wel is geïnstalleerd, op afstand te beheren.

Eenmalige aanmelding: Hiermee wordt de voorziening Verbinding vóór aanmelding van Eenmalige aanmelding geïnstalleerd. Met dit hulpprogramma kunnen gemeenschappelijke (gedeelde) profielen worden geconfigureerd via het hulpprogramma voor beheerders. De functie Eenmalige aanmelding is bedoeld voor bedrijfsnetwerken, waarin gebruikers zich over het algemeen aanmelden bij hun computer met een gebruikersnaam, wachtwoord en domein. Als Snelle gebruikerswisseling wordt gebruikt, wordt aanmelding bij een domein niet ondersteund. De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows* XP worden uitgeschakeld als de ondersteuning van Eenmalige aanmelding wordt geïnstalleerd.

Opmerking: Snelle gebruikerswisseling van Windows is standaard ingeschakeld als u Windows* XP Home Edition gebruikt. De functie is met name bedoeld voor thuisgebruikers. Snelle gebruikerswisseling is beschikbaar in Windows* XP Professional als u het besturingssysteem installeert op een zelfstandige of een via een werkgroep verbonden computer. Als een computer met Windows* XP Professional wordt toegevoegd aan een domein, is de functie Snelle gebruikerswisseling niet beschikbaar.

Verbinding vóór aanmelding: Een profiel vóór aanmelding/gemeenschappelijk is actief zodra een gebruiker zich begint aan te melden bij de computer. Bij een verbinding vóór de aanmelding wordt een draadloze verbinding tot stand gebracht voordat de gebruiker wordt aangemeld bij Windows. Deze voorziening wordt geïnstalleerd met de functie Eenmalige aanmelding.

WiFi Protected Setup: Deze voorziening (onderdeel van een standaardinstallatie) detecteert de aanwezigheid van een compatibele draadloze router en maakt eenvoudige verbinding mogelijk.

Intel® Wireless Troubleshooter: Voorziet in waardevolle hulp bij het oplossen van problemen met WiFi-verbindingen.

Als u deze voorzieningen wilt installeren, selecteert u Aangepast voor de installatie. Volg de onderstaande instructies om deze voorzieningen te installeren. Als het WiFi-verbinding hulpprogramma al is geïnstalleerd, raadpleegt u de instructies voor aanwezige installaties.

Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma installeren

1. Plaats de installatie-cd in uw cd-rom-station.
2. Het installatieprogramma toont het bericht:
   Welkom bij de installatiewizard voor Intel® PROSet Wireless Tools. Klik op Volgende.
3. Het volgende bericht verschijnt:
   Welkom bij de InstallShield Wizard voor Softare van Intel® PROSet/Wireless WiFi. Klik op Volgende.
4. Lees de licentieovereenkomst.
5. Klik op Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst. U kunt op Afdrukken klikken als u een gedrukt exemplaar van de overeenkomst wilt hebben. Klik op Volgende.
6. Klik op Volgende om de standaardmap te gebruiken voor de installatie. Klik op Wijzigen om een andere locatie op te geven. Klik vervolgens op OK en Volgende.
7. Klik op Standaard of Aangepast. Als u Standaard hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 9.
8. Als u een aangepaste installatie uitvoert, selecteert u de voorzieningen die u wilt installeren. Zie Aangepaste installatie voor meer informatie over de beschikbare voorzieningen. Voor elke voorziening kunt u de volgende opties selecteren:
• Dit onderdeel wordt op de lokale vaste schijf geïnstalleerd.
• Dit onderdeel en alle secundaire onderdelen worden op een lokale vaste schijf geïnstalleerd.
• Dit onderdeel zal niet beschikbaar zijn.
9. Klik op Volgende.
10. De installatie kan enige tijd duren. Wanneer de installatie klaar is, verschijnt het bericht InstallShield Wizard voltooid. Klik op Voltooien.
11. Mogelijk wordt u gevraagd om de computer opnieuw te starten. Als dat zo is, start u de computer nu opnieuw op. Klik daartoe op Ja of klik op Nee om later opnieuw op te starten.

Extra softwarevoorzieningen installeren

Als het WiFi-verbinding hulpprogramma al is geïnstalleerd, volgt u onderstaande instructies om het Hulpprogramma voor beheerders en Verbinding vóór aanmelding toe te voegen:

1. Klik op Start > Configuratiescherm > Software > Software van Intel PROSet/Wireless WiFi.
2. Klik op Wijzigen.
3. Het volgende bericht verschijnt:
   Welkom bij de InstallShield Wizard voor Softare van Intel® PROSet/Wireless WiFi. Klik op Volgende.
4. Klik op Wijzigen. Klik op Volgende.
5. Klik op de rode X naast een van de voorzieningen die nog niet zijn geïnstalleerd.
6. Klik voor elke voorziening die u wilt installeren op een van de volgende keuzes:
   • Dit onderdeel wordt op de lokale vaste schijf geïnstalleerd.
   • Dit onderdeel en alle secundaire onderdelen worden op een lokale vaste schijf geïnstalleerd.
7. Klik op Volgende.
8. De installatie kan enige tijd duren. Wanneer de installatie klaar is, verschijnt het bericht InstallShield Wizard voltooid. Klik op Voltooien.
9. Mogelijk wordt u gevraagd om de computer opnieuw te starten. Als dat zo is, start u de computer nu opnieuw op. Klik daartoe op Ja of klik op Nee om later opnieuw op te starten.

Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma verwijderen

U verwijdert het WiFi-verbinding hulpprogramma als volgt:

1. Klik op Start > Configuratiescherm > Software.
2. Klik op Software van Intel PROSet/Wireless WiFi.
3. Klik op Wijzigen.
4. Het volgende bericht verschijnt:
   Welkom bij de InstallShield Wizard voor Softare van Intel® PROSet/Wireless WiFi. Klik op Volgende.
5. Klik op Verwijderen.
6. Klik op Volgende.
7. Het volgende bericht verschijnt. Maak uw keuze in de lijst en klik op Volgende.
   
   Door gebruiker gedefinieerde instellingen opslaan. Geef op wat u wilt doen met de huidige instellingen voor de toepassing:
   
   
   • Opslaan. Instellingen en bestanden van de huidige versie van de toepassing opslaan.
   • Converteren en opslaan. Instellingen en bestanden opslaan in een indeling die compatibel is met versies 10 en 11 van Intel® PROSet/Wireless.
   • Verwijderen. De toepassingsinstellingen niet opslaan.

8. De verwijdering kan enige tijd duren. Wanneer de software is verwijderd, verschijnt het bericht InstallShield Wizard voltooid. Klik op Voltooien.
9. Mogelijk wordt u gevraagd om de computer opnieuw te starten. Als dat zo is, start u de computer nu opnieuw op. Klik daartoe op Ja of klik op Nee om later opnieuw op te starten.